Kaas heeft een hogere CO2-uitstoot dan kip. Een kilo belegen kaas heeft gemiddeld zo’n 9 kilo CO2-uitstoot, tegenover gemiddeld zo’n 3 kilo CO2 voor een kilo kipfilet. En natuurlijk eet je met kaas geen dood dier, maar die koeien gaan heus niet naar een weilandje in Zeeland nadat ze uitgeserveerd zijn als melkkoe.
(En laten we niet zeggen dat we de koeien tijdens hun serverende leven nou een enorm leuk leven geven, want we drinken dus het melk van de kalf en nu ja, het is vast gedeelde smart voor de koe, met al die andere ontkalfde moeders in de wei en de kinderen in de crèche, maar als je diep in de ziel van de koe kijkt, dan denk ik dat de koe liever met haar kalf daar had gestaan.)
Goed. Iedereen die niet onder een steen leeft, inclusief ik weet dit. Maar we geven kaas toch niet op, want onze barbaarse natuur maakt nu dat we ons niet teveel bezighouden met dierenleed als we eten.
Maar daar waar ik vroeger altijd kaas at alsof ik dan iets goeds deed voor de planeet, want geen vlees, weet ik inmiddels wel dat dat eigenlijk een kulreden is. Je kunt zelfs beter een kip of eitje eten dan kaas. Dus hierbij geef ik een paar handige stelregels voor kaas, die steeds iets verder gaan in het ontkazen van je voedingspatroon.
En ja, ik weet waar je vandaan moet komen. Ik weet niet eens of ik een partner zou kunnen kiezen die geen blauwe kaas lust.
Check allereerst even of je een boterpersoon ben, zoals ik. Roomboter heeft een zelfde CO2-uitstoot als kaas, dus ik gebruik het niet meer voor een cake ofzo, maar de Bretonse gekarnde roomboter op een boterham of een stokbroodje heeft een groot gedeelte van mijn kaasbehoefte opgevangen. Roomboter is veel langer houdbaar en je gebruikt veel minder dan kaas.
Combineer je kaas op je brood altijd met iets en probeer er een stuk minder op te doen. Bijvoorbeeld paprika en mocht je op ramkoers zijn, truffelmayonaise.
Ten derde: kies vooral zachte kazen, zoals Philadelphia en huttenkäse of jonge feta. De CO2-producie van verse kazen is een stuk lager omdat er veel minder melk wordt gebruikt, terwijl je ongeveer evenveel gram op je brood doet als bij harde kaas.
Ten derde-b: de allerbelangrijkste zachte kaas hierbij is ricotta. Ricotta is eigenlijk geen kaas, maar een restproduct gemaakt van wei, het ‘sap’ dat vrijkomt bij het maken van kaas. Het zou dus een hoop schelen in je CO2-consumptie als je erachter komt dat Ricotta voor jou eigenlijk net zo lekker is als Philadelphia op je brood (tip: doe er wat citroenrasp doorheen).
Heb je kaas over? Bewaar het in de vriezer, zelfs kleine stukjes. Ik heb in de vriezer een bakje met mijn restjes. Ideaal om je lasagne of pizza mee te beleggen.
Harde kaas gaat sowieso prima uit de vriezer om gewoon te serveren. Dus eet niet gauw nog even dat stuk op voor je een paar dagen weggaat, maar vries het in. Ik vries sowieso mijn Italiaanse kazen in, want die gebruik ik maar weinig en kun je prima raspen direct uit de vriezer.
Ga je vervolgens inlezen in andere soorten manieren van je brood beleggen dan kaas. Het was natuurlijk altijd een fijn tevredenstellend vegetarisch alternatief voor salami en voor mij lange tijd ook bijna het enige. Ik at het haast dagelijks, met van die schattige grasetende koetjes in de wei op de verpakking (met hun kinderen in de crèche), maar het geeft toch een iets hogere score op de luguberschaal dan we willen toegeven. Ik beloof je dat ik wat alternatieven zal delen, want inderdaad, die bakjes uit de supermarkt met veganspread zijn rukduur en je wordt echt een beetje muhammaramoe na een tijdje.
Borrel thuis? Doe gewoon niet meer standaard die Camembert, Fourme d’Ambert (het deceptieve broertje van de Blue d’Avergne die niemand echt lust) en Port Salut om een beetje chique het hele smaakpalet te bedienen voor maar vijf euro, maar kies gewoon voor dat geld één fijn stukje roquefort met fijne olijven, groene appelschijven in tahini en wat boter en olijfolie met zout. (Ofzo).
En als voorlopige laatste (als je deze stap hebt bereik, ben je een soort Ghandi in het ontkazen aan het woorden) ga niet meer zitten kniesoren als het kaasplankje kwalitatief superfijn is, maar wel echt een beetje weinig.