Oh man, soms kom ik mijzelf nog wel eens even tegen hoor. Ik vertelde een collega dat ik shoarma maak van knolselderij. Leuk, zei ze. Of ik het recept online kon gooien. Ik gooide het recept online met het ellenlange verhaal over hoe ik op deze shoarma ben gekomen en de ingredientenlijst van 10 ingredienten.
Ze stuurde een foto. Een broodje met alleen knolselderij erin. “Heerlijk” stuurde ze. Ze had gewoon shoarmakruiden eroverheen gejast, de rest leek haar gedoe. Oeps. Ik probeerde haar versie en ik moet zeggen, dat gaat eigenlijk prima. Essentieel zijn wel knoflooksaus en koriander (als je van koriander houdt, dus ook weer niet zo essentieel). Dus je kunt ook gewoon knolshoarma maken met shoarmakruiden en overgieten met shoarmasaus.
In een volkoren pita (wel die nemen) met knolshoarma van ⅓ knol, zit met gemak 15 gram vezels. Ik eet dit ding met gemak drie x per week. Wel mijn versie. Ik moet nog een bestemming vinden voor die shoarmakruiden.
Ik gebruik voor het dun snijden een mandoline. Dat is een soort kaasschaaf op een plank. Het is een favoriet item in mijn keuken, maar je moet een noodzaak hebben dit ding aan te schaffen. De noodzaak is misschien dit recept.
Dit recept is voor 1 knolselderij, want wat ga je in vredesnaam doen met de rest van dat ding. 1 knol is genoeg voor 2 personen.
1 Knolselderij
2 el appelazijn
1 el sojasaus
1 el olie
1 tomaat
⅓ komkommer
1 groene peper (ik gebruik de Turkse op zuur)
⅓ rode ui
koriander als je ervan houdt (ik heel erg)
augurk als je ervan houdt (ik heel erg)
1 flinke teen knoflook
1 eetlepel mayonaise (die Belgische)
3 eetlepels yoghurt
Zoveel volkoren pitabroodjes als je gaat eten
Zet de oven op 200 graden hetelucht.
Schil de knolselderij (ik doe dat met een dunschiller, dat gaat verbazingwekkend goed) en snijd hem doormidden. Maak plakken van ongeveer 2 millimeter of dunner met de mandoline of met de hand (succes). Als je tijd hebt (ik vaak niet), marineer een kwartiertje de knol in de azijn, sojasaus en olie. Spreid de plakken uit op een oventray met (herbruikbaar) bakpapier en gebruik een kwast om de marinade er overheen te strijken. Zet de timer op 15 min.
Ondertussen snijd je tomaat, groene peper, koriander, augurk en komkommer klein en mix het door elkaar. Maak de saus met een eetlepel mayonaise (ja, je eet al knolselderij, daar moet je iets tegenover zetten) en 3 eetlepels yoghurt met knoflookteen naar behoefte. Ik maak hem vaak wat dunner met een beetje water.
Bak de laatste 5 minuten je volkoren pitabroodjes mee in de oven. De knol is klaar als het een beetje glazig beige wordt en hier en daar droog taai wordt, met een donkerbruin stukje zo af en toe, dan is ie perfect. Soms heb ik wel eens dat sommige stukjes iets harder gaan dan de andere, dan haal ik die er alvast uit met een tang en zet ik de rest nog even terug in de oven. Daar ben je vrij in om dat ook te doen.
Haal de knol eruit, leg het in een hoopje op een snijplank en snijd het met een groot mes iets fijner. Als je hem nog iets te taai vindt, bak hem nog even extra aan in een pan (dit deed ik eerst standaard, maar doe ik nu niet meer. Ik vind het taaie nu het lekkere, maar dat is vast knolseldeformatie). Vul je broodje met de salade, saus en de knol.
Tip: als de oven toch aanstaat, gooi er dan meteen een aubergine in zodat je daar baba ganoush van kunt maken, als je dat lekker vindt (ik heel erg). Dat is knettervezelrijk beleg voor op je brood of cracker.
Dit was trouwens het ellenlange verhaal over het recept:
ik zal het nooit meer doen (oké nee, ik zal proberen het niet meer te doen)
Knolselderij. Die golden boy van de natuurvoeding, die je vrolijk aan staat te grijnzen met zijn 5 gram vezels per 100 gram. Ondanks dat ik dit wist, negeerde ik hem de eerste maanden van mijn vezeldieet stelselmatig. Er zijn grenzen en ik trok de grens bij een knol die pokdalig is en muf smaakt. Ik lust alleen de puree wanneer er zo schandalig veel boter en room doorheen is gemixt. Ja dan gaat het wel.
Het enige recept dat mij lekker leek, was het recept dat ik ooit las van Noma, dat sterrenrestaurant in Noorwegen waarvan het laatste dat ik had vernomen was, dat het keukenpersoneel uit de school was geklapt dat het hels was om de hele dag beukennootjes te pellen en ander repetitief keukenwerk te doen, dagen achtereen (Dagen. Dagen.).
Goed, bij Norma werd de knol dun geschaafd en urenlang gekookt in een jus en daarna werden de plakjes een voor een op een spies gestoken en urenlang geroosterd, waarna het heel dun werd afgesneden tot shoarma. Dat leek me naast lekker ook wat intensief en ik bezit niet over een leger onderbetaalde stagiaires die graag mijn naam op hun CV zetten.
Maar op een heldere dag kwam de omslag: misschien is het niet nodig om de knol plakje voor plakje te marineren en op een kebabstok te rijgen als mensen geen 300 euro betalen zonder wijnarrangement.
En voila. Je kunt ook de knol gewoon dun snijden en in de oven gooien met wat marinade. Het wordt vast niet zo bijzonder als het bij Noma was, maar het kost je 10 minuten om te maken en je krijgt een veel groter bord. Ik kan het mij bijna niet voorstellen dat ik dit opschrijf, maar de knolselderij is inmiddels mijn meest gegeten groente. Kleine disclaimer: vooralsnog is dit de enige manier waarop ik hem lust. Vrij ordinair inderdaad.