Condimentarier, waarom in vredesnaam die term? Omdat (1) flexetarier al in gebruik is, maar op zo een verkeerde manier geladen is dat je met één keer per week een vegaburger al onder de definitie valt. Geinig, maar dat zet geen zoden aan de dijk natuurlijk.
2) Omdat een condimentariër niet denkt in minder vlees, maar in smaakmakers. Condimenten. Op wiki staat dit over condimenten: “Een condiment is een toevoeging bij voedsel die de smaak van het voedsel verandert en/of versterkt, zoals sauzen, zuren, oliën, dressings, kruidenmixen, chutneys, sambals en azijnsoorten. Condimenten zijn daarmee in de kern smaakmakers gericht op het intensiveren of versterken van de smaak van gerechten. De sterke invloed, de onderlinge uitwisselbaarheid en de onderlinge versterking van condimenten op de hoofdbestanddelen van een maaltijd, verschaffen de bereider veel mogelijkheden tot inspiratie.” (en nee, ik ben niet degene die deze Wikipedia-pagina heeft aangemaakt).
Een condimentariër besluit om minder vlees te eten, door meer aandacht te geven aan het op smaak brengen van het eten. Daarom gebruikt de condimentariër vis of vlees niet als hoofdbestandeel, maar als smaakmaker. Zo kan een kippenbouillon en vissaus een groene curry liften, maar is het niet nodig om er ook nog rundvlees in te doen.
En reden (3) is voor taalnerds als ik: kijk nou eens waar het ‘Etymologisch woordenboek, de herkomst van onze woorden’ mee komt. Condiment staat voor specerij, kruiden, bouwen én samen. Dingen samen laten werken op je bord.
Het belangrijkste is dat je een condimentariër bent en niet wordt, er is geen einddoel. Steeds iets bewuster van de CO2-voetafdruk van wat je eet, steeds betere manieren van smaak geven en telkens weer je dierlijke consumptie verlagen. Het kost tijd om dit soort dingen te leren en dat gaat niet over een ‘dagje geen vlees’, zoals de supermarkt dat noemt, maar gewoon, voor bijna altijd.
Ik hoop dat je meedoet.