Ik ben Anneke, geboren in ’85, de echte vers gebakken Lubbersgeneratie. De muur stond er nog en toen die in ’89 viel en ik dus vier was, werden we bevestigd in onze overtuiging dat het kapitalisme dan het antwoord zou zijn en de rest allemaal niet. Het was een gemakkelijke tijd om in op te groeien, een ietwat ongemakkelijke tijd om ouder en wijzer van te worden. Want in dit systeem dacht ik ook dat ik nu getrouwd was, drie kinderen had en een Renault Megane. Ik was een succesvol iets en kookte dan in mijn vrije tijd voor vrienden.
Hoe anders is mijn leven. Ik woon midden in Rotterdam, met baby en met hond. Ik werd per ongeluk zwanger en werd alleenstaande moeder en werk als freelance journalist en schrijver. Mijn toga, mijn grootste kans op het worden van een succesvol iets, hing ik al na drie maanden aan de wilgen. Het enige dat nog overeind staat van wat ik vroeger dacht dat ik heel veel zou doen, is koken voor vrienden.
Mijn leven is dus – thank god – heel anders dan bedacht. In al mijn schrijven komt dat in meer of mindere mate tot uiting. Ik betwijfel de huidige structuren, hoe we werken, leven en eten en schrijf daarover. In ga op zoek naar al onze vastgeroeste overtuigingen en bevraag die. Vaak met humor, want ik denk dat een ondergewaardeerd onderdeel is van onze communicatie en dat we onszelf lachwekkend serieus nemen.
Mijn andere opdracht komt van Vasalis. Dat is er eentje die altijd in strijd is met het ego, die dan toch wat meer mooischrijverij wil hier en daar.
En helderheid, die geen versterving is / wil ik die zien, wil ik die horen / en anders wil ik zot en troebel zijn.
(uit: Als daar muziek voor is, wil ik het horen – 1940)